Dakkapel plaatsen, hoe werkt dat?

Als je de prefab dakkapel hebt besteld via onze configurator en de leverdatum bekend is, kun je beginnen met het treffen van de voorbereidingen voor de plaatsing. In dit artikel nemen we je stap voor stap mee in het proces van plaatsen van onze prefab dakkapel. Heb je daarna nog vragen? Neem dan gerust nog contact met ons op!

Bezorging van de dakkapel

Op de afgesproken dag en tijd komen we jouw dakkapel bezorgen. Tegen een meerprijs van € 195,- leveren we de dakkapel direct op hoogte. Het is ook mogelijk om het hijsen zelf te regelen en de dakkapel later te plaatsen. Laat je de dakkapel direct op hoogte hijsen en ga je dus meteen aan de slag met het plaatsen van de dakkapel, dan is het belangrijk dat je op tijd de juiste voorbereidingen treft.

Stap 1: Maak een sparing in het dak

Bekijk waar de dakkapel moet komen en zaag in het dak een gat van ongeveer een meter breed in het midden van waar de sparing moet komen. Hou voor de hoogte rekening met een minimale hoogte van 1 meter en een maximale hoogte van 2 meter. Verwijder vervolgens van binnenuit de eerste pannen. Stapel de pannen en het bestaande dakbeschot op een pallet op de zoldervloer. Let op: de pallet kan zwaar worden, houd hier rekening mee met de vloerbelasting.

‍

Hoogte sparing aftekenen

Vervolgens ga je de hoogte van de sparing aftekenen. Meet bij de nieuwe dakkapel de diagonale maat van punt loodbalk tot waar het plafond aan gaat sluiten op het bestaande dak. De onderkant van de sparing moet vervolgens bepaald worden op pannenmaat. Bepaal welke dakpan het uitgangspunt wordt voor de onderzijde van de dakkapel. Zaag het dakbeschot ongeveer 100 mm hierboven in. Zet vervolgens een panlat rechtop tegen de dakpan.

‍

Meet vanaf de staande panlat de diagonale maat naar boven op het dakbeschot. Controleer met een waterpas de plafondhoogte. Ook hier zaag je 100 mm hoger de dakkapel in. Zorg hierbij dat je genoeg speling hebt, zodat het bestaande dakbeschot niet onder het plafond van de dakkapel uitkomt. Maak tot slot aan de bovenzijde een extra rij vrij van pannen, zodat je voldoende ruimte hebt voor de montage.

Breedte sparing aftekenen

Na de hoogte moet ook de breedte van de sparing worden bepaald. De sparingmaat is de maat van het kozijn inclusief een extra speling van 40 mm (20 mm aan elke zijde). Controleer de positie van de tussenwand* en optimaliseer de sparing op de pannenmaat. Haal ook hier de benodigde pannen weg. Zaag vervolgens het dakbeschot op de breedte van de sparingmaat.

*indien van toepassing

Stap 2: Maak een draagconstructie

De gordingen van de dakkapel kunnen wat gaan buigen door het plaatsen, daarom is het belangrijk om dit goed in de gaten te houden en te controleren of er een extra gording bij geplaatst moet worden. De gording moet op een hoogte tussen de 800 en 900 mm zitten (van vloer tot bovenkant gording). Kort de gordingen in op de maat van de sparingmaat en twee keer de dikte van de slaper. Breng de slapers vervolgens aan tussen de gordingen met voldoende schroeven of balkdragers.

‍

Voor de constructie van het sporendak is het belangrijk dat je aan de onderzijde een constructief knieschot aanbrengt. Bevestig de spatgording van 70 x 170 mm aan in de bestaande sporen. Plaats aan de bovenzijde een gording onder het bestaande sporendak. Versterk het sporendak met een raveelbalk van 60 x 160 mm en een gekeerde balk van 38 x 170 mm tussen de bestaande sporen. Breng aan de zijkant een extra spoor aan die loopt van de onderzijde van het knieschot tot een halve meter boven de bovenzijde.

‍

‍

‍

Stap 3: De dakkapel monteren

Tijd om te bouwen! Zorg dat je tijdens het monteren van de dakkapel alle veiligheidsmaatregelen in acht neemt. Hijs voordat je de dakkapel plaatst eerst de pallet met dakpannen en afval uit de woning. Het is verstandig om de pallet even in te sealen, zodat de dakpannen veilig naar beneden worden gehesen. Breng vervolgens hijsbanden aan door de draaiende delen van het kozijn en hijs de dakkapel een stukje omhoog. Schroef de pootjes aan de onderzijde van de dakkapel eraf. Hijs de dakkapel verder omhoog en laat deze rustig door de sparing zakken. Zet de loodplank tegen de staande panlat aan.

‍

Controleer na het plaatsen direct of het kozijn in alle richtingen waterpas staat. Vergeet hierbij ook de zijwangen niet. Schroef de dakkapel aan de onderzijde vast door de loodbalk in de staande panlat. Aan de zijkanten schroef je de zijwangen vast door de slaper. 

‍

Stap 4: Afwerken van de dakkapel

Nu de dakkapel staat, is het tijd voor de afwerking. Voor de onderaansluiting pur je tegen de loodbalk en het bestaande knieschot. Klop het lood aan op de pannen, maar voorkom gootvorming van het lood. Ook voor de zijaansluiting gebruik je pur, namelijk tussen het bestaande dakbeschot en de onderregel van de zijwang. Doe dit aan de binnen- én buitenkant. Laat de pannen goed aansluiten op de zijwangen en dakoverstek en klop het lood goed aan, zodat deze goed aansluit op de pannen.

‍

Voor de boven aansluiting pur je vanaf de binnenkant én de buitenkant tussen bestaand dakbeschot en de MDF plaat dakkapel. Klap het EPDM van de dakkapel terug en breng een extra strook OSB aan. Schroef vervolgens de dakkapel vast aan het bestaande dakbeschot. Breng EPDM lijm aan en klap de folieoverlap terug. Snij het EPDM gelijk af aan de bovenkant van de OSB strook. Plak een waterdichte tape (bijvoorbeeld Premtech) op EPDM en bestaand dakbeschot, zodat hier later geen condens of stuifsneeuw tussen kan komen. Breng een staande geventileerde panlat met kam aan. Zorg dat je deze op de juiste hoogte aanbrengt, zodat de pannen in de juiste lijn lopen. Leg de bovenste pannen terug.

‍

Controleer tot slot aan de binnenzijde of de draaiende delen goed werken en stel deze eventueel na.

Vragen of hulp nodig?

Heb je tijdens het configureren of plaatsen van je dakkapel vragen, laat het ons weten! Wij staan op werkdagen van 9:00 tot 17:00 uur voor je klaar via de chat, mail en telefoon. Dus stuur ons gerust een bericht.